Ius commune, jus commune of gemeen recht is het Romeinse recht zoals dit vanaf de 11e eeuw tot en met de vroegmoderne tijd in geheel continentaal Europa in verschillende varianten werd toegepast en onderwezen, steeds gemengd met elementen van plaatselijk (gewoonte-)recht.[1] Dankzij de moderniserende receptie (aanpassingen) van het klassieke Romeinse recht, door middeleeuwse glossatoren, werd het ius commune in de middeleeuwen de basis voor het burgerlijk recht van het Europese vasteland. Pas met de codificaties van de 18e en 19e eeuw werd deze belangrijke rol overgenomen door de verschillende nationale burgerlijke wetboeken. Het continentale ius commune wordt ook wel aangeduid als geleerd recht, omdat het steeds met een academische context verbonden was. De Engelse term common law betekent letterlijk vertaald ook ius commune of gemeen recht, maar is niet gebaseerd op een gemeenschappelijk Europees recht.